Het prille begin
Op een zaterdagavond (is het voor of na de misviering?) in juni 1983 staat op het dorpsplein van Leefdaal een podium met een gestileerde appelboom. Acht acteurs brengen ‘De klucht van de appelboom’. In verslagen wordt daarover genotuleerd dat de regisseur tevreden was over het spel , dat ‘wegens weinig kijklustigen optredens gepland moeten worden rekening houdend met de gedragsgewoonten van de mensen en dat in de toekomst op tijd moet worden gerepeteerd en opgetreden’.
Het blijken geen loze woorden te zijn geweest. Ettelijke optredens met ‘de appelboom’ volgen op andere locaties en nieuwe producties worden gepland. Ook wordt aan Guido De Keyzer de opdracht gegeven de oudste Keltische naam van Leefdaal op te sporen om hem te gebruiken als groepsnaam voor wat toen bestempeld werd als ‘Toneelwerkgroep Davidsfonds Leefdaal’. De volgende vergadering wordt met eenparigheid van stemmen ‘Laban’ als naam aangenomen, waarbij de historische vraag of de Kelten toen al of niet in Leefdaal waren van tafel werd geveegd.
De doorstart
We komen van de grond!
Op passiezondag en palmzaterdag, 24 en 30 maart 1985, speelt Laban in de kerk van Leefdaal ‘De passie van Ons Heer’ met een dertigtal acteurs, vijf muzikanten en acht technische medewerkers. Het is een voorstelling die in het dorp iets losmaakt: toneel en muziek van, voor, door en met zoveel mogelijk inwoners van Leefdaal. Dit wordt in meerdere of mindere mate een constante in de toekomstige producties die zich met een volkse en muzikale inbreng altijd richten naar een breed lokaal publiek, jong en oud. Getuige daarvan zijn liefst drie producties in 1986:
- ‘De Bremerstadsmuzikanten’,
- ‘Pantalone verliefd en verloren’ en
- ‘Het Kindeke Jezus in Vlaanderen’.
Na een korte adempauze komt in het najaar 1987 ‘De Bruiloft’ van Berthold Brecht voor het voetlicht.
In mei 1988 organiseert Laban een wagenspelfestival met deelname van andere toneelgezelschappen en muziekgroepen. Dit wordt de formule van de komende jaren, een avondvullende productie met tussendoor één of meer wagenspelen: spel- en kijkplezier voor zoveel mogelijk mensen van het dorp.
Intussen evolueert ook de administratieve toestand. De ‘Toneelwerkgroep Davidsfonds Leefdaal’ werkt in deze periode eigen statuten uit en vervelt tot de zelfstandige ‘Toneelvereniging Laban Leefdaal’ op 3 februari 1988. Nog in 1988 wordt Laban een parochiale vereniging aangesloten bij het Parochiaal Centrum Leefdaal. En in 1991 wordt Laban een door het gemeentebestuur erkende plaatselijke cultuurvereniging in het kader van de nieuw opgerichte cultuurraad.
Een greep uit de producties van 1990-1997
Een dipje
In maart 1998 zou de thriller ‘het Venster’ worden opgevoerd. Met veel enthousiasme was al aan de repetities begonnen, toen vanuit het auteursbureau een seintje kwam dat de rechten voor opvoering in de VS waren opgekocht en elke opvoering verboden was. Een opdoffer van formaat. Ons ledenfeest, de barbecue 98, op 30 augustus heeft wel nog wat goedgemaakt, maar er was een veertje gebroken. In februari 1999 hebben we onze toevlucht genomen tot een gastvoorstelling door toneelkring Elckerlyc uit Sint-Pieters-Woluwe. Er was toneel in Leefdaal en ook artistiek contact met een andere toneelkring.
In oktober 1999 brengen we weer een eigen productie, ‘Junkieblues’ in samenwerking met de stuurgroep verslaving van het Christelijk Ziekenfonds Bertem. Maar de mot zit er in. Het licht gaat zowaar uit.
De herstart
Het moet zijn dat de toneelmicrobe een taai schepseltje is. In juni 2006 steekt ze ter gelegenheid van Leefdaal Herleeft, de voormalige pinksterdriedaagse van de Leefdaalse handelaars, weer de kop op, zonder evenwel epidemische proporties aan te nemen. Een oud succesnummer wordt hernomen: het wagenspel ‘Pantalone verliefd en verloren’. En gaandeweg komen er, na en tussen meer van die wagenspelen, enkele beproefde dingen aan de oppervlakte. Wagenspelen van vroeger dus, maar ook ‘De Passie van Ons Heer’ (2008) en ‘Het Kindeke Jezus in Vlaanderen’ (2009) beleven een tweede jeugd. Letterlijk dan: want de oude knarren van weleer laten zich nu omringen door jonge veulens uit Leefdaal. Er is leven na de dood!